4 mei

4 mei 2020

Dit jaar geen doden herdenking bij het monument. Mijn gedachten gaan er wel naar toe en ook aan alle mensen die voor ons gevochten hebben en ook voor de mensen die nu nog leven, die nu weer in een crisis zitten.

Vrijheid moeten we vieren. Het is te hopen dat er binnenkort een nieuwe mooie toekomst komt. Een wereld zonder oorlog.

Dit jaar vieren wij 75 jaar vrijheid.

Het is heel erg wat er allemaal gebeurd is. Zoveel mensen gedood, het is vreselijk.

Niet alleen de joodse mensen zijn slachtoffer de oorlog. Wat denkt u van de kinderen en kleinkinderen van NSB’ers. Na de oorlog wordt er volop herdacht en feesten georganiseerd. Voor mij als kleinkind van een NSB’er voelt het wreed. Er werden goede melkprijzen en betere landbouwprijzen beloofd. Mijn opa en oma geloofden daar in en vele mensen dachten dat het beter zou worden als ze met de Duitsers mee gingen. Wat er precies is gebeurd kan ik niet vragen, omdat mijn opa en oma, èn m’n vader niet meer leven. Wel weet ik dat mijn vader als klein jochie zijn oom moest identificeren in het kamp toen die doodgeschoten was. Daar heeft mijn vader altijd last van gehad. Die zwijgplicht, die stiltes in huis waren voelbaar. Er hing vaak een gespannen sfeer. Mijn vader heeft mij verteld dat de Duitse soldaten het eten uit de kast haalden en dat hun fietsen in beslag werden genomen. Tijdens de jaarlijkse doden herdenking voelt het voor mij dubbel. Er worden verhalen voorgelezen bij het monument van de oorlog. Dan gaan mijn gedachten naar mijn opa, oma en mijn vader wat zij hebben meegemaakt. Tijdens de herdenking spelen wij prachtige koralen, dit vindt ik heerlijk om te spelen. Het raakt mij heel diep. Dat is zelfs een fijn moment. Bij het spelen zit er vaak een brok in m’n keel en laat ik de tranen over de klarinet lopen. Het voelt goed om stil te staan bij wat hun hebben meegemaakt. Niet praten over wat er allemaal is gebeurt, daar heb ik lang last van gehad. Uit een onderzoek kwam dit als eerste naar voren,

dat ik het oorlogsgebeuren van wat mijn vader had meegemaakt als klein kind, dat ik dat onbewust van hen heb overgenomen.

Natuurlijk gebeurden er vroeger ook leuke dingen zoals: Het vlaggen.

Er werd bij ons, na wat onze familie had meegemaakt in de oorlog, niet gevlagd. Op de dag dat ik mijn diploma haalde heb ik een vlag gemaakt. Van een blauwe broek van mijn vader, een rood T-shirt van mij en een wit hemd van mijn vader aan elkaar genaaid. De ragebol diende als stok daar weer mijn schooltas aangehangen. Ik zat te wachten op een groene trekker. Het was tegen twaalf uur en thuis werd er rond de klok van twaalf warm gegeten. Ik zie het gezicht van mijn vader: zo rood als een biet.

“Haal die vlag weg”, riep hij kwaad.

Ondertussen was ik vijftien, dus ik maakte mijn eigen keuzes: “Ga eerst eens kijken waar de vlag van gemaakt is.”

Hij schopte zijn klompen uit die vlogen tot achter in de gang en rende naar boven: “Dat heb je mooi gedaan”, was mijn vaders antwoord. “Maar haal hem toch maar weg.” Vandaag is het vier mei. De vlag hangt halfstok, dan gaan mijn gedachten altijd naar deze momenten.

Liefs,

Alie   

Borstkanker

Borstkanker

Dan ben je al 87 jaar en krijg je plotseling te horen dat je borstkanker hebt. Eerst ga je door de MRIscan wat vreselijk is. Mijn moeder was kapot toen ze er uit kwam. Wat een vreselijk hard lawaai. Twintig minuten op de buik liggen in zo'n herrie. Zij vond het verschrikkelijk. De volgende dag maakt de dokter een punctie of met een mooi woord biopsi genoemd. De uitslag was al bekend, maar de definitieve uitslag was borstkkanker met uitzaaing in de okselklier. Nou dan zit je daar als 87 jarige. Normaal opgewekte vrouw in éénkeer teneer geslagen. Voor haar hoeft het allemaal niet meer. Het is operatief te verwijderen. Dat is op zich gunstig, maar laat je een borst nog weghalen op die leeftijd? Hormoontherapie is een volgende optie. Daar heb je veel bijwerkingen van. Mijn moeder voelt zich op dit moment goed, dus rijst bij mij de vraag: is een hormoontherapie wel de juiste behandeling. Hier krijgen we vrijdag een antwoord op. Even afwachten dus. 

Vriendelijke groet,

Alie

Wonen in het bos.

Ik woon sinds kort in het bos. En heb het zicht op eekhoorntjes die achterelkaar aan zitten. Het zijn er vier, ze doen tikkertje in de boom. Ze zijn nog lang niet uitgespeeld. Wat een schitterend gezicht. Zo vroeg in de morgen zie je van alles in de natuur dat is prachtig. Het wordt vandaag weer een warme dag, maar 's ochtendsvroeg is het fantastisch in het bos te lopen het is nog lekker koel. Waar ik nu zit, bij dit huis is een uitbouw gemaakt aan het huis met overkapping zodat wij de hele dag er kunnen zitten met het uitzicht op diverse bomen. Voor mij zie ik een een specht die een boom probeert te kappen.Even verder op hoor ik een vink en een chif chaf.Nu hoor ik verschillende vogels. Met een vogelapp. kun je naar vogels luisteren  en ze proberen te herkennen welke vogel je hoort. Pasgeleden hadden we een egel voor de deur. Wat een mooi gezicht. Meestal zie je egels helemaal ingerold, maar deze kon ik goed van dichtbij bekijken. Gelukkig was de hond binnen, want zij wil ermee voetballen. Slakken vinden de brokjes van de hond lekker. De bijen zitten op de zonnebloemen. In het bos valt heel wat te beleven. Ik wens iedereen een fijne dag, hou je hoofd koel en probeer te genieten van alles om je heen.

Een warme(grapje) groet,

Alie

Stoofje

Hieronder zie je een stoofje. Je zou zeggen: "Nou en!" 

Alleen al het woord stoofje vind ik mooi en dan hoeft het nog niks te betekenen. Maar voor mij is het een bijzonder ding. Het heeft gestaan in de oude boerderij in Dalerveen. Vroeger heette het Dalerveen 5 en wij woonden op 7. Dus het stoofje heeft in 5 gestaan en ook in 7. Nu staat in 242 en daarvoor in 42. Nu wijk ik af van mijn verhaal, dus even weer terug naar het stoofje, of mijn stoofje. Het is mijn voetensteuntje. Omdat ik van die korte beentjes heb, zijn de tafels vaak te hoog en door het stoofje los ik het lengteverschil op.

Nu de betekenis van het woord stoof: Een stoof is een voorwerp om iets warm te houden. Het is geen kachel, geen oven en geen fornuis, maar kan er wel als een soort kachel uitzien. Een voetenstoof bestaat uit een houten kistje, dat aan één kant open is, met gaten aan de bovenkant. In de stoof werden gloeiende kooltjes gelegd. De voeten werden op de stoof gelegd zodat die warm werden. 

Bij sommige kerken was het mogelijk om een stoof te huren.

Een couveuse is ook een soort stoof voor pasgeboren baby's.

Dan heb je nog de broedstoof.

Maar mijn stoof is een zwart geverfd ding waar ik de voeten op kan zetten en in de winter sla ik een deken om de voeten en de benen als ik al vroeg in de morgen aan het schrijven ben. 

Dit was zomaar even een verhaal over een stoof, mijn stoof, stofie.

Vriendelijke groeten,

Alie

Stoofje.

Stoofje.

Wachten op Ron.

Ik wacht op een telefoontje van Ron Brandsteder. Ik heb een verhaal naar hem toe gestuurd over de molen. Het verhaal van: Kammen föhnen in de molen en hij wil meer weten over de molen denk ik. Het is wel vreemd om te gaan praten, terwijl je weet dat andere mensen het kunnen horen. Ach daar moet ik niet bij nadenken. Gewoon doen dan doe je gek genoeg. Gisteren werd ik gebeld door iemand van de radio. Zij vroeg of ik het leuk zou vinden om mijn verhaal te vertellen op de radio. Op radio 5 ik zou niet weten op welke frequentie die zit. Ik krijg het stukje dat wordt op genomen thuis gestuurd. Dat is wel aardig. Het is denk ik wel gek om je zelf te horen. Het is toch wel spannend. 

23. mei, 2019

Is er wel muziek in de kist?
Zonder muziek is het leven minder mooi. Muziek is fijn om naar te luisteren en het is fijn om een instrument te bespelen. Dus vroeg ik mij af of er wel muziek in de kist zit als je dood gaat. Maar ach dan kun je immers ook niet meer horen. Het heeft dan geen enkele nut om muziek in de kist te doen. Het is weer raak de ambu gaat weer door de straat, dan is er iets gebeurt. Ook dat geluid zal ik straks missen. Het klinkt gek maar aan alle geluiden raak je aan gewend. Zoals de haan van de buren. Ik zet meestal muziek op mijn oren, op die manier kan ik mij goed concentreren en houd ik mij niet bezig met de dingen uit de buurt. Lekker schrijven wat er in mij op komt. Afgelopen dagen liep ik met een prop in de oren, dat was heel erg vervelend. Vanmorgen is het eruit gespoten. De dokter heeft er naar gekeken, eigenlijk zou ik een ontstekingsremmende kuur moeten hebben volgens de assistente, maar de dokter liet het aan mij over. Ik mocht het zelf beslissen. Die ontsteking gaat heus wel uit zichzelf weg. Mijn lichaam ruimt het wel op. Ik had even teveel dingen aan mijn hoofd. Even totale rust en dan gaat het wel weer goed. Ik kan niet door blijven rennen. Rust met mooie muziek in mijn oren van Mark Knofler & Emylou Harris Idug up a diamond. Een prachtig nummer. Ik vind dat deze twee mensen heel mooi zingen. Vanmorgen heb ik een cd van Trijntje Oosterhuis besteld. Ik vind het een uniek mens, een hartelijk persoon, die zichzelf is. Warm en gewoon. Net als Jeroen van der Boom. Het ruikt alweer naar de zomer, heerlijk. Toen ik naar de dokter fietste zag ik dat het gras gemaaid was van het weiland onder de ooievaar. De ooievaar trekt zich er niks van aan, zij verzorgt haar jongen goed en vader ooievaar loopt rond om kikkers te vangen. In het weiland zijn ook twee konijntjes te zien en paartje die zitten er ook al heel lang. Een buizerd zit toe te kijken op een paal. Een prachtig gezicht en dat allemaal zo dichtbij. Genieten van simpele gewone dingen.
Dus als ik in de kist lig dan moeten ze mij muziek op de oren zetten. Mantramuziek, Andréa Bottelli, Mark Knofler & Emmylou Harris en Lennard Cohen!

Kammen föhnen in de molen!

Ik hoor jullie lachen.🙂 Nou dat deed ik ook. Ik heb er een paar foto's bij gedaan, zodat je snapt waar ik het over heb, anders ga je denken, die mevrouw Seubers lult maar wat uit haar nek. Goed even weer terug naar het onder werp. Een bovenwiel, een bonkelaar en een spoorwiel hebben allemaal kammen. (zie foto) Die kammen grijpen in elkaar en zet de molen in beweging door de wind, de wieken en het as. Dat is een vernuftig systeem. Hier kan ik uren naar kijken. De foto ernaast kun je zien hoe het vastgezet wordt. Ik zou zeggen kom eens een keer kijken in de molen dan leg ik het u uit, of één van de andere molenaars. 

Nu vertel ik verder over het föhnen van de kammen. Een paar maanden eerder is er bijenwas op de kammen gesmeerd, door de kou is het meteen gestold, door het heet te maken kan de was in het hout trekken. Dat is een grote klus in de kou boven in de kap, omdat de bescherming van de molen eraf was waaide het dwars door de molen. Er wordt in de wintermaanden volop geklusd. Met goeie kleding aan kun je er wel tegen. Om klokslag tien uur wordt er koffie gedronken en dat is altijd leuk, dan vertelt de voorzitter de nieuwtjes. Tot twaalf uur wordt er in de molen gewerkt op diverse afdelingen. Vanaf eind april kunnen de mensen weer komen kijken. Voel je geroepen om ook te helpen? Er is voor ieder mens wel iets te vinden om mee bezig te zijn. Kom eens langs en ga op zoek wat voor jou de geschikte plek is. We kunnen heel goed hulp gebruiken. Er is bij de molen maar één motto en dat is : Samenwerken en lol hebben, we doen het met veel liefde voor de molen. 

Groetjes Alie

Bonkelaar

In de bonkelaar ziet je een rij kammen. Een kam bestaat uit een kop en een staart.

Vastzetten van armkammen

Deze man verdient een lintje.

Bert Heeres met 3 é’s zij hij.

Het mannetje die altijd de rommel opruimt. Nu blijkt dat hij dit al doet vanaf 1976. Als er één iemand een lintje verdient dan is hij het wel. Hij was er een tijdje tussenuit geweest, maar vanaf eind jaren 80 was hij weer aan het opruimen. Ik kwam van een optreden in de ontmoetingskerk. Ik was altijd al nieuwsgierig naar hem. Nu zag ik hem in de bosjes aan het struinen naar rotzooi die andere mensen laten slingeren. Ik was nog aan het nagenieten, het ging best goed. Met mijn gedachte was ik bij de hond dat die er nodig uit moest. Ik zei: “Hallo en fietste eerst door.” Tegelijk dacht ik: ik kan nu wel aan hem vragen over het opruimen. Ik zocht contact en hij vond het geweldig. Hij bleef maar praten, tjonge wat een verhalen heeft die man in zijn hoofd. Hij had graag alle verhalen willen opschrijven, maar is daar niet aan toe gekomen. Hij was ooit met een dagboek begonnen en die niet afgemaakt. Hij komt van Kielwindeweer, is geboren op de boerderij naast het café. Toen ik vertelde dat ik van de boerderij kwam, was er meteen een klik. Ik zag die twinkeling in zijn ogen. Hij heeft een mager gezicht en een drup aan de neus. Mijn opa had ook altijd een drup aan zijn neus en ik ook trouwens. Ik vertelde dat ik uit Dalerveen kwam en hij kende iemand uit Dalen een zekere Brands. Jaap Brands. Die moet ongeveer net zo oud zijn als hij. Hij was 76 jaar zijn broer is 74. Hij vertelde dat hij kortgeleden een fles had gevonden een jeneverfles zonder etiket, maar met letters op de fles en ook op de dop van Bokma. Het jaartal kwam over een met de getallen van het vliegtuigramp in Ethiopië. Dat vond hij zelf heel bijzonder. 4-3-43 dit was zijn geboorte datum. De letters die onder op de fles stonden kwamen overéén met het vliegtuigongeluk Ik hoop hem nog eens te ontmoeten.

Brief

Brief.

Terwijl ik er al een aantal kilometers erop heb zitten, valt mijn oog op een stuk papier. Ik stap er over heen en lees vluchtig wat erop staat. Door de hoeveelheid modder zijn de letters zijn bijna niet meer te lezen. Normaal zou ik doorlopen, maar het blijft in mijn gedachten, dat ik het mee moet nemen en het in een prullenbak doen. Als ik rommel zie liggen raap ik het op en gooi het in de prullenbak. Meestal liggen er colablikjes op het bospad. Mijn gedachten blijven bij de brief. Ik heb het nog steeds vast tussen mijn duim en wijsvinger. Mijn hand begint koud te worden en wissel het papier van de ene naar de andere hand. Elke morgen loop ik vanuit het bos over het Dennenoordterrein. Dat is de oude benaming voor wat nu Lentis heet. Ik heb een aversie met Lentis. Lang geleden ben ik opgenomen geweest. Er hangt een stempel boven mijn hoofd, dat Manisch Depressief heet. Als ik er aan denk, voel ik de spanning, die ik toen heb gevoeld weer door mijn lijf. Ik snap nog steeds niet hoe zoiets heeft kunnen gebeuren. Op het terrein staan heel veel oude bomen en langs de route waar ik elke dag langs loop staan gedichten. Eén ervan heet:  ‘Breng me thuis’. Dat vind ik een hele mooie titel. Dan voel ik mij een gezegend mens. Van dat gedicht wat, ik bijna uit mijn hoofd ken, word ik blij. Een ander gedicht gaat over de hersenen, daarin wordt vertelt hoe belangrijk bananen zijn voor je hersenen. In bananen zit een stofje dat goed is voor je hersenen. Sindsdien eet ik elke dag een banaan. Op het hoofdgebouw, een oud historisch pand staat een tekst, dat heb ik ook al drie jaar gelezen. Met het papiertje in mijn ene hand en het colablikje in de andere loop ik naar de prullenbak. Het is altijd druk bij het oversteken, als ik uit van het terrein af loop, zie ik een patiënt staan en ik zeg vriendelijk: “Goedemorgen!” Ik voel mij nog steeds ‘ex-patiënt’. Hij staat te genieten van de koeken die hij waarschijnlijk gekocht heeft. Ik heb het hem niet gevraagd, dus weet ik het niet zeker, hij kan de koeken ook gestolen hebben. Wat maakt het ook uit. Zijn broek is half afgezakt en met een mond zonder tanden neemt hij een grote hap. Hiervan kan ik genieten, dan denk ik heerlijk jongen, laat het je lekker smaken. Een kindje dat achterop de fiets zit bij zijn of haar mama kijk naar mijn briefje. Ik had helemaal niet meer gedacht aan het briefje, terwijl ik net wel het lege blikje in de prullenbak heb gedaan. Wanneer er geen auto’s meer aankomen steken we tegelijk over.

“Een fijne dag vandaag, veel plezier op school!” Hij of zij kijkt mij aan en denkt misschien wel, wat een vreemde mevrouw of zou ze nieuwsgierig zijn geweest wat ik in mijn hand had.

“Goedemorgen”, zeg ik tegen de winkelbediende, als ik de buurtwinkel binnenstap. Ik pak een mand en groet Eddy en nog een andere medewerkster. Tsja nu wordt het lastig om met het papiertje in mijn hand de broodjes uit het schap te pakken en dan ook nog met zo’n onnozele tang. Als je dat niet doet krijg je een uitbrander van de eigenaresse. Weet zij wel hoe lastig het is voor een klant om broodjes niet platgeknepen uit die stelling te krijgen? De broodjes ruiken heerlijk. Het water loopt mij in de mond en denk al aan de verse koffie. Als dan ook nog de zon schijnt, kan mijn dag niet meer stuk. Bij de kassa wil ik afrekenen. Ik schrik en zeg tegen Hendrien: “Sorry, ik moet de broodjes weer terug brengen.”

“Neem ze maar mee, dan betaal je ze morgen maar.”

“Echt! Mag dat?”, vraag ik aan hem.

“Geen punt joh, je komt hier iedere dag.” Gelijk denk ik, dat is nou zo fijn om in een dorp te wonen.

Dat zou zijn vrouw niet gezegd hebben. Zij zou zeggen met een hoge stem: ‘Nee, de broodjes laat je maar liggen, die verkopen we wel aan iemand anders.’ Op hetzelfde moment krijg voel ik hand op mijn schouder.

“Zal ik met je mee gaan om de broodjes op te eten? Geniet er maar lekker van!”

Zij is toch niet zo streng als ik dat altijd heb gedacht.

“Dank je wel, ik kom straks terug om te betalen. Tot ziens.” En jawel het papiertje heb ik nog steeds in mijn handen. Gelukkig de zon is er nog en in gedachten zit ik al in de tuin. Bent u ook nieuwsgierig wat er op de brief staat, dat zal ik u morgen vertellen.

 Vriendelijke groeten, Alie Seubers

Ik had u belooft om terug te komen op het briefje. Dacht je echt dat ik ga kijken wat er op zo'n briefje staat. Nee dat heb ik niet gedaan. Ik heb het gedroogd en het bij het oud papier gedaan. Wat ik wel wil zeggen tegen mensen die hun troep zomaar weggooien. Doe het alstublieft in de prullebak of neem het mee naar huis en gooi het daar weg. Als iedereen zich daar nou aan houdt, dan zou het er een stuk netter uitzien!!!

 

Wat doe jij als je te horen krijgt dat er een gifwolk jou kant opkomt?

Vluchten.

Wat doe jij als je nu te horen krijgt dat er over een uur een gifwolk jou kant op komt? Wat ga je doen en hoe pak je het aan?

Vluchten is het eerste waar je aan zou denken. Als dat niet meer kan, dan moet je zien te overleven. Waar kun je overleven? Waar vlucht je naar toe en wat voor voorzieningen ga je treffen. Hoe zorg je voor je medebewoners? En de dieren?

Hebben we zuurstofmaskers, genoeg water en voedsel en is er in de ruimte waar je naartoe vlucht genoeg zuurstof om het er een paar uur, misschien wel een dag of zelfs een paar dagen, kunt uithouden. De ramen afplakken, maar ja een oud huis valt niet af te plakken. Er zijn overal gaten en kieren. Dus moeten we iets anders verzinnen. Ik zal mij nuttig maken in het dorp of helpen waar het kan. Het alarm wordt afgegeven op alle televisiezenders en de radio. Het verstandig om een radio mee te nemen. Eéntje die het op batterijen werkt en extra batterijen is ook een ding.  Een zaklamp voor als de elektriciteit uitvalt. Blikvoeding, een klein gasstelletje om iets op te warmen of een ei te bakken. Dekens verzamelen en op de schuilplek leggen. Matrassen. Handdoeken zijn ook handig. Maar wat nu als je in het water terecht komt. Dat is nog veel enger, althans dat lijkt mij eng. Ook dan moet je zo realistisch mogelijk handelen, als het nog kan. Naar boven gaan en het hoogste punt opzoeken. In een boot die omgekeerd is er altijd een luchtbel. Een auto te water, dat weet ik niet. Volgens mij kun je het allerbeste het raam open doen als je onder water bent en er zo snel mogelijk uit zien te komen. Maar werken dan de automatische ramen wel? In een auto te water heb je niet veel tijd.Bij een aardbeving? Wat moet je dan doen? Wel of niet naar buiten. Wat ik nog veel enger vindt is brand.

De mensen uit mijn verhaal in Stilte onder water moesten vluchten voor oorlog uit Syrië. Deze mensen zijn opgevangen door een kapitein van een groot schip. Deze man heeft de mensen met een onderzeeër naar de zeebodem gebracht. Daar konden ze overleven in een zoutmijn. Ik weet dat de zoutmijnen echt bestaan. Maar dit verhaal is verzonnen. Jullie moeten maar eens kijken goochelen op Stef Heerema, deze man heeft mij zo geïnspireerd, door zijn verhalen, zijn lezing ben ik gefascineerd geraakt door zoutmijnen. Ze bestaan echt. Onder de zee bodem verdeeld over de hele wereld liggen zoutmijnen. Vrachtwagens gaan in onderdelen naar beneden en worden beneden in de mijn weer in elkaar gezet. Dat is toch zo bijzonder. Dit heb ik naar heel veel kranten geschreven, maar niemand die het gelooft. Kijk maar in Polen, Duitsland en bij Hooghalen.

Vulkanisch zout van Stef Heerema.

Lees ook het verhaal van mij in ‘Stilte onder water’!

Een hele fijne dag gewenst voor vandaag. Groetjes Alie.

Zaterdag 10 februari was het echt zo, dat er een gifwolk deze kant op kwam. Dat was wel even raar. Je verzint een verhaal en even later gebeurt het echt.

Stemmetje in mijn hoofd!

Het stemmetje in mijn hoofd.

Het is pikkedonker, ik kan geen hand voor ogen zien.

‘Dat valt ook nog wel mee’, hoor ik het stemmetje zeggen, ‘overdrijven is een vak, je moet gewoon je ogen open doen.’

De lucht is groen en grauw, ik weet dat het overdag is, maar het lijkt wel nacht. Vanaf juni is er geen spatje regen gevallen en nu gooien ze de schuifdeuren open daarboven. Te laat voor de boeren. Hopelijk wordt alles weer een beetje groen. De laatste tijd waren bomen, struiken en het gras verbrand. Dit heb ik nog nooit gezien. Het is een zielig gezicht. Het lijkt wel Afrika. De vraag is of het allemaal weer goed komt. Ik heb mij net geïnstalleerd achter de laptop onder het afdak. Dat is een geweldig plekje om te zitten schrijven, ik kijk vanaf mijn laptop de tuin in en hoor gekabbel van de fontein in de vijver. Maar nu begint het toch wel kil te worden. Dus besluit ik ga toch maar naar binnen te gaan. Tsja, lekker lastig dan moet je alles weer meenemen. Laptop, de muis, boeken, schrift, pen, kan koffie en mijn telefoon met oortjes. Als ik aan het schrijven ben heb ik oortjes in om niet gestoord te hoeven worden door geluiden om mij heen. Ik pak een deken uit de dekenkist die op het terras staat en sla die om mijn benen. Zo dat is aangenaam. Dan zit je net om weer verder te gaan met het schrijven, dan moet je weer plassen. O, o wat is dat toch lastig om te moeten gaan plassen.

‘Trut, wees blij dat je plassen kunt anders had je wel meer problemen.’

Oké , dat snap ik ook. Ik moet gaan rennen anders ligt het water ergens onderweg in de tuin. Goed tegen de mollen. Ha, ha! Dan neem ik gelijk iets anders te eten mee, want ik vind het fijn om een paar uur achter elkaar door te gaan met schrijven. Dus even kijken in de kast nadat ik geplast heb. We nemen mee chocola, puur, omdat dat gezond is. Een appel en ik vul een fles met water. Met de boodschappentas weer terug naar mijn stekkie en nestel ik mij weer in de deken. Mijn voeten zet ik op een stoof. U zult denken wat is nou een stoof. Dat is een klein houten verhoginkje waar vroeger een kooltje werd in gedaan om de voeten te verwarmen. Ik gebruik het als voetensteun bij het schrijven, dan bengelen de benen niet. De hond ligt er ook nog tegen aan. Zo nu kan ik weer beginnen met waar ik gebleven was. Geen zin meer. Dan ga ik maar lekker de ogen dichtdoen in de hangmat. Dan denk ik gelijk aan Emma aan het kleine heksje die uit het kleine huisje komt vliegen. Ik heb nog heel veel verhalen liggen, die opgestuurd kunnen worden. Opnieuw redigeren en controleren, dan de juiste regelementen lezen en opsturen. Maar nu even niks. Meditatie is heel goed als je nieuwe energie wilt krijgen. Dat kan tijdens het lopen, maar ook tijdens yoga of gewoon ergens zitten waar je niet gestoord kunt worden. Niet eten en je moet vijftien minuten kunnen zitten. Ik ben gekomen tot mijn derde jaar. Volgens de chiropractie was er iets mis bij mijn zevende wervel en nu bleek dat ik op mijn zevende een ernstig ongeluk heb zien gebeuren. Terwijl ik het hele ongeluk niet meer kon herinneren, kreeg ik het na meditatie helder op mijn netvlies. Ik zag de beelden weer voor me. Dit stukje staat in ‘Het rode schrift’, mijn tweede boek.

Dit zijn bezigheden van mij. Groetjes Alie

Deel deze pagina